De belangrijkste veranderingen in de regeling FONDS op een rij

De USR heeft vanmiddag ingestemd met de wijziging van de regeling Financiële ondersteuning studenten. Hieronder zijn de zes belangrijkste veranderingen ten opzichte van de huidige regeling uiteengezet. De eerste vier wijzigingen zullen in september 2012 ingaan. De versoepeling in de aanvraag van bestuursbeurzen voor incidentele activiteiten en de compensatie voor het verhoogd wettelijk collegegeld zullen al per 1 september 2011 in werking treden. Deze wijzigingen zijn in het voordeel van de student.

  1. Van bestuursmaanden naar bestuursbeurzen
    De huidige term bestuursmaanden zal worden vervangen door de term bestuursbeurzen. Één bestuursbeurs staat daarbij gelijk aan anderhalve bestuursmaand. Het College wilde dit graag omdat de nieuwe term geen directe relatie heeft tot maanden (studievertraging). Deze wijziging zal tot aan de eerst volgende toetsing geen consequenties hebben voor bestuurders. Daarna kunnen verenigingen er door afronding eenmalig maximaal 150 euro op voor of achteruit gaan.
  2. Het recht op bestuursbeurzen
    In de huidige regeling hebben studenten in de eerste zes jaar van hun inschrijving aan de RU recht op bestuursmaanden. In de nieuwe regeling heeft een student recht op bestuursbeurzen gedurende de nominale inschrijvingsduur + 1 jaar aan de Radboud Universiteit. Daarbij wordt onderscheid gemaakt tussen inschrijving voor de bachelor en de master.

    Voorbeeld Een student die een driejarige bachelor en een eenjarige master volgt heeft gedurende vier bachelorjaren en twee masterjaren recht op bestuursbeurzen.

  3. Studievoortgangsnorm
    Om in aanmerking te komen voor bestuursbeurzen zullen studenten voorafgaand aan het jaar waarop zij bestuursbeurzen ontvangen:
    a). ten minste 39 EC hebben behaald of:
    b). het afsluitende examen (het bachelor- of masterdiploma) van zijn opleiding met goed gevolg hebben afgesloten of;
    c). de student moet een aangepast aantal EC behalen als hij al bestuurbeurzen heeft gekregen in het jaar voorafgaand aan het jaar waarop hij bestuursbeurzen wil ontvangen.
  4. De (on)voorwaardelijke beurs
    Studenten met een lichte bestuursfunctie (tot en met 3 bestuursbeurzen) krijgen hun bestuursbeurs onvoorwaardelijk uitgekeerd. Studenten met een zwaardere bestuursfunctie (vanaf 4 beurzen, in de huidige regeling 6 maanden) krijgen 2/3 van hun beurs onvoorwaardelijk uitgekeerd. Aan het verkrijgen van het laatste derde zijn voorwaarden verbonden. Zij moeten daarvoor een aantal studiepunten behalen.

    Voorbeeld: een student komt in aanmerking voor 8 bestuursbeurzen (= 12 maanden in de huidige regeling). Hij krijgt 5 1/3 beurs onvoorwaardelijk. Hij kan vervolgens 1 1/3 beurs bijverdienen als hij 9 EC haalt en nog eens 1 1/3 beurs als hij gedurende zijn bestuursjaar 18 EC haalt.

  5. Compensatie voor het verhoogd wettelijk collegegeld
    In de nieuwe regeling is opgenomen dat de universiteit in schrijnende gevallen studenten met 3000 euro zal compenseren als zij de Halbeheffing moeten betalen. Onder schrijnende gevallen worden studenten verstaan die buiten hun eigen schuld om zoveel studievertraging hebben opgelopen dat zij langer dan nominaal + 1 over hun studie doen.

  6. Versoepeling bij aanvragen bestuursbeurzen voor incidentele activiteiten
    Volgens de nieuwe regeling kunnen studentenorganisaties tot 1 mei aanvragen indienen voor bestuursbeurzen voor incidentele activiteiten. In de oude regeling was de deadline 1 november, die deadline bleek in de praktijk voor veel organisaties te vroeg.